Het kasteel van de baron, zoals het in de volksmond bekend staat, is gebouwd in de periode 1847-1848 aan de enkele jaren voordien aangelegde baan tussen Diest en Turnhout (nu de Diestsebaan genoemd). Over het gebouw is in het algemeen weinig bekend, maar hieronder zullen we de schaarse bekende gegevens samenbrengen.
In de 18de en 19de eeuw spiegelden de leden van de stedelijke burgerij zich aan de adel. Ze begon dus op het platteland landgoederen te kopen om hierop riante landhuizen te bouwen en ze probeerde om een adellijke titels binnen te halen. De Diestse familie Zerezo, toen nog zonder ‘de’, ging ook deze weg op. Het allereerste spoor van de Zerezo’s in Veerle vinden we in 1830. Die dag kocht Joseph Vincent Zerezo, als gemachtigde van zijn schoonmoeder, Theresia Tielens, voor 5000 gulden de pachterij ‘de Driekoningen’ met alle bijhorende landen, een totale oppervlakte van 33 hectaren, die allemaal in Veerle waren gelegen. Deze aankoop was de aanzet van een hele rist vastgoedaankopen (zoals een huis van Theodoor Luyten in de Nieuwstraat) in Veerle. In de tweede helft van de 19de eeuw waren de familie Zerezo en de Merode de twee grootste belastingbetalers in Veerle.
Nu de familie Zerezo over heel wat gronden in Veerle beschikte, wilden ze meer: een kasteel. Alvorens de bouw daarvan aan te vatten, werd er eerst een gebouw gezet dat als onderkomen voor de arbeiders en het personeel moest dienen. In 1849 was de bouw van het kasteel voltooid. Volgens de mondelinge overlevering zijn de stenen waarmee het gebouw is opgetrokken afkomstig van een steenoven die gelegen was aan de Lakstraat (weg van Veerle naar Veerle-Heide). Over de architect, de aannemer of de bouwvakkers die het kasteel hebben opgetrokken, zijn helaas (nog) geen gegevens beschikbaar. In 1860 werd het oorspronkelijke gebouw uitgebreid. Aan de zuidzijde werden op het het gelijkvloers twee ruime zalen bijgebouwd en de verdieping werd verrijkt met een aantal kleinere kamers. Ook het mooie torentje werd toen aangebracht en aan de buitenkant werd alles tot een afgewerkt geheel verwerkt door er een buitenmuur rondom te bouwen. Aan de gevel boven de ingang werd in een arduinsteen het wapenschild van de familie gebeiteld. Het kasteel heeft het uitzicht alsof alles ineens werd gebouwd, maar in de kelders, de oorspronkelijke buitenmuren, het dakwerk en de zolders zijn de latere verbouwings- en vergrotingswerken duidelijk merkbaar.
Bronnen:
VAN GEHUCHTEN, François en VERLINDEN, E.H., ‘De familie De Zerezo De Tajada (862-1938)’, Jaarboek I van Laakdal, 1982, 115-134.
VAN GEHUCHTEN, François, Veerle, arm en trots, Tielt, 1997, 489-491.
Fotoarchief Laakdalse Werkgroep voor Geschiedenis en Heemkunde.