Elke dag verliest de mensheid boegbeelden, mensen die elk op hun vlak, door specifieke eigenschappen, kennis of kunde, opvallen tussen hun 7 miljard soortgenoten. Op vrijdag 27 mei jongstleden hebben wij in de Sint Lambertuskerk te Eindhout afscheid genomen van Marleen, een boegbeeld van onze eigen heemkundige kring.
Marleen werd geboren te Vlimmeren in een arbeidersgezin met negen. Haar vader was diamantslijper en het was niet vanzelfsprekend dat Marleen verder ging studeren. Op de universiteit kwam ze in aanraking met het ideeëngoed van de studentenbeweging mei ‘68. Die twee zaken hebben onmiskenbaar een bepalende impact gehad op de mens die Marleen geworden is. In tegenstelling tot andere boegbeelden die zich een VIP status toe eigenen, was Marleen altijd benaderbaar, en kon je bij haar altijd een luisterend oor vinden.
Haar eenvoudige opstelling was haar grote ontwapenende kracht, zeldzaam waren haar woorden waar niet over nagedacht was. Gedurende haar actieve loopbaan als leerkracht in het Sint Dymphna college te Geel heeft zij ongetwijfeld een aantal generaties op het juiste spoor gezet, en de liefde voor het woord in al zijn betekenissen meegegeven. Marleen publiceerde twee boeken. Het eerste “Mijn vader was in Duitsland” is een eerbetoon aan haar vader Stan Smans, die tijdens WO II verplicht tewerkgesteld was door het nazi regime. Later volgde “Zes diepe borden”, in co auteurschap met Lut De Bal. Het werd een boek over vrouwen die het arbeidersmilieu ontgroeiden, en kan gezien worden als een hommage aan Maria, de moeder van Marleen.
Je kan wenen omdat ik er niet meer ben. Of je kan onze vele herinneringen koesteren en |
Wij hebben Marleen eind 2005 leren kennen op aanbrengen van haar buur Fons. Al snel bleek dat Marleen vooral gefascineerd was door de grote en kleine verhalen van iedereen waarmee ze in aanraking kwam. Onder de rubriek “Oude beroepen” en “Laakdalse protretten” publiceerde zij talrijke interviews in ons tijdschrift. Hiermee bezorgde zij ogenschijnlijke alledaagse Laakdallers een breed klankbord. Daarbij was haar grote bezorgdheid om toch maar geen verkeerd woord te gebruiken, of iets dat verkeerd geïnterpreteerd kon worden. Marleen werd unaniem verkozen als ondervoorzitster van de heemkundige kring en was tot bij de voortekenen van haar ziekte eindredactrice van ons contactblad. Ook nam zij de helft van de maandelijkse permanenties op het documentatiecentrum voor haar rekening.
Eind vorig jaar kondigde Marleen, met enige emotie, aan dat de behandeling die ze zonder veel complicaties had doorlopen, helaas niet het beoogde resultaat had gehad. Ze wilde de tijd die haar nog restte nu aan haar man en gezin besteden. Tijdens de contacten die we bleven onderhouden werd meer en meer duidelijk dat Marleen er voor koos om geen verdere behandeling te volgen en dat ze zich klaar maakte om afscheid te nemen. De doos met lei en griffel waarmee ze initiatielessen gaf in het oude schoolgebouw te Vorst bezorgde ze me nog zelf. Later ben ik nog eens op bezoek gegaan omdat het haar wens was dat de digitale interviews en foto’s die daarbij gemaakt waren, een plaats kregen op het documentatiecentrum. We hebben lang gepraat, over haar toestand en die van de heemkring. Toen ik merkte dat zij vermoeid werd, heb ik afscheid genomen, nooit vermoedende dat dit definitief zou zijn.
We wensen Jef en de kinderen alle sterkte toe.
Eric Aerts in naam van LWGH